JanenMaartje.reismee.nl

Kurt part 3, een kwakkelende zomer in Australië

Even een kleine rewind naar de rit vanuit het noorden naar het zuiden. Na dus bijna drie dagen in de regen rijden werd het droog. Onze eerste droge stop is Batemans Bay. Niet het einddoel van vandaag maar wel een stop om wat te eten. Fijn weer buiten eten maken terwijl het droog is. Jan heeft zijn ontmoeting met de derde slang deze reis. En geïnspireerd door Steve, in een survivor-cowboy-outfit, maakt hij er een kleine jacht van om het beestje uiteindelijk te vangen. We hebben er een fotoserie van gemaakt. Ja je gaat rare dingen doen na dagen van verveling en regen ;). Na het eten vervolgen we onze weg. We willen naar Merimbula gaan om vanuit daar de komende weken weer langzaam omhoog naar Sydney af te reizen. We hebben eraan gedacht om verder zuidelijker naar Melbourne te reizen maar we willen niet teveel in de auto zitten en onze tijd nemen om dingen te zien. Dus veel zuidelijker gaan we niet. Terwijl we verder rijden verdwijnen de wolken langzaam en zien we haar weer: de zon. In de warme avondgloed zien we voor het eerst hoe mooi de omgeving is waarin we terecht zijn gekomen. Heel anders dan de noordkust. Er zijn hier veel meer heuvels, rivieren , kabbelende beekjes en meren, geen grote steden maar kleine pittoreske dorpjes. Er is heel veel groen en er zijn véél nationale parken. Wel is de natuur zoals in heel Australië, voor zover wij dit inmense land hebben mogen bezichtigen, ruig en woest.  Omdat de omgeving er zo mooi uitziet in het avondlicht willen we niet veel verder rijden maar gaan genieten van het zicht. We belanden op een 'rest-area' langs de highway. Dit hebben we nog niet eerder gedaan omdat de stops verder naar noorden heel ongezellig pal langs de weg lagen. Maar deze stop ligt iets van de weg af middenin het bos vlakbij een meer. Er zijn niet veel faciliteiten: een wc en een buitenkraantje maar we staan prima. En voor het eerst sinds lange tijd weer eens legaal, "overnight staying permitted".  Het is ook weer eens iets heel anders dan aan de zee overnachten. We vallen in slaap en horen voor het eerst sinds lange tijd niet de golven maar het geluid van de krekels om ons heen. De volgende ochtend maken we na het ontbijt eerst een wandeling door het bos naar het meer. Jan voorop met een stok in zijn hand om het erg smalle padje, waar wij vandaag als eerste overheen wandelen, voor mij vrij te maken van spinnen. Die hebben we hier al héél veel gezien van megagroot tot klein. Over mijn hoogtevrees ben ik nu al een ver heen, maar spinnen dat gaat nooit lukken! Nog even een gezellig praatje met onze buurman. Een eigenzinnige Australiër van bijna 70 jaar die samen met zijn vrouw 9 maanden door het land trekt. Ze reizen in een megagrote caravan met alles erop en eraan. Hij heeft zelfs een quad bij die achter op zijn pickuptruck staat. Na een aantal mooie verhalen van zijn reis van de afgelopen maanden en nog een aantal levensverhalen. We precies weten waar hij allemaal gewoond heeft en kennen zijn hele familie bijna, vinden we het hoog tijd door te gaan. Wij rijden door naar Merimbula waar we aankomen bij een haven met helder lichtblauw water waarin een pelikaan zwemt. Het strand van Merimbula is een heel ander strand dan we tot nu toe gezien hebben. We krijgen er een mediterraans gevoel erbij. Het net of we in Frankrijk of Spanje zijn beland. Net buiten Merimbula ligt een nationaal park 'Bourndra' met een campingground. Voor nog geen 30 dollar kunnen we hier een dag staan en hebben dan zelfs een warme douche tot onze beschikking!! Klinkt goed, we besluiten weer legaal te gaan overnachten. Het blijkt een superkeus en blijven hier uiteindelijk zelfs twee nachten slapen. We staan weer middenin de bossen omringd door wildlife. De walibi's komen voorbij springen om op een vijf meter van onze campsite lekker aan het gras te gaan knabbelen. De vogels kwetteren er vrolijk op los. Als de zon ondergaat nemen de kikkers en krekels het van de vogels over en kwaken en tjierpen wat klinkt als een groot orkest. Ook komen raccoons tevoorschijn die eveneens vlak langs ons heen lopen.  De omgeving is wederom prachtig. We hebben op loopafstand, over smalle kronkelige paadjes door het bos, een meer, de zee en een inlet tot onze beschikking. Aan de zee ligt een headland (een rotspartij die vaak wat uitloopt in een punt in zee) waarvan de stenen een mooie oranje gloed hebben. We wandelen over het headland met aan de ene kant de zee met de golven die woest tegen de rotsen kapot slaan en aan de andere kant het zicht op het bos en mangroves. Omdat het hard waait gaan we even aan de inlet zitten, aangezien er hier minder wind staan. Aan de overkant van de inlet staan duizenden hele hoge bomen. De stammen zijn helemaal kaal tot bijna aan het puntje daar pas groeien de bladeren. Het geeft een prachtig zicht een groen dak wat door de wind golvend op en neer gaat. Net een groene zee. Liefs xx Maartje Helaas slaat het weer na drie dagen toch weer om. De vlucht naar het zuiden bracht ons een aantal mooie dagen en behoedde ons voor de ergste regens, maar ècht zomer is het niet. De voorspellingen zien er voor de komende weken ook niet beter uit, jammergenoeg. Het blijkt de koudste zomer sinds 1965 te zijn en de ozzies hebben het over de natste zomer in decennia... Ze hebben meer dan 10 jaar droogte gehad en vinden het wel lekker zo. Alles is nu mooi groen. Wij hadden het liever anders gezien, maar we begrijpen wat ze bedoelen. Na de nachten in het Bourndra park slapen we in Merimbula en later Pambula. Het laatstgenoemde plaatsje staat bekend om de vriendelijke kangaroes die in bijna iedere voor- of achtertuin te vinden zijn. Erg leuk we komen ze echt overal tegen. Wel even uitkijken met het rijden. De beestjes kijken niet op of om als ze oversteken en springen vanuit het niets vaak de weg op. De wildlife-verhalen houden hiermee nog niet op. In Eden, zo'n 20km van Merimbula, brengen we een bezoek aan het killerwhale-museum. Een killerwhale is een orka (Free Willy). Niet zo'n lieve vis als ie lijkt. Vanaf eind 1800 tot ca. 1930 werd in de grote baai bij het plaatsje veelvuldig gejaagd op walvissen. Eden stond er om bekend. En, wat het bijzonder maakte, is dat de jagers hulp kregen van orka's. Deze leven en jagen in troepen, zoals meerdere diersoorten dat doen. Hoe het begonnen is, is niet bekend, maar de orka's dreven walvissen de baai in, richting de jagers. En ze zorgden er daarna voor dat deze niet meer konden ontsnappen door ze te omcirkelen en aan te vallen. Als de walvis gedood was, mochten de orka's zich tegoed doen aan de lippen en tong van het beest (al snel 4000 kg). Het enigste wat ze lusten. En de jagers hadden het niet nodig. Een effectieve samerwerking die duurde tot de dood van orka " Old Tom", de meest succesvolle leider van een troep. Als zijn troep een walvis hadden gevonden, zwom Old Tom naar de haven om de jagers te halen en ze naar de walvis te leiden. Gelukkig is Australië niet lang daarna gestopt met de walvisvangst en worden er in Eden nu tours georganiseerd om walvissen te spotten. Alleen nu zijn ze er niet. De grote trek is van mei tot en met november.  Na een week in en rondom Merimbula te zijn geweest is het wel tijd om weer door te gaan. Verder reizen, langzaam terug naar Sydney. Alleen nog even in Tathra kijken, 10 km ten noorden van Merimbula. We komen er tegen het einde van de middag aan. Het is een onverwachte mooie aankomst. Een klein plaatsje op een heuvel, met een mooie ruige rotswand en 'headland' en een mooie surfbreak.  We besluiten nog even een wandeling te maken de heuvel op en komen uit bij de  oude scheepswerf en pier. Over het algemeen zijn hier niet zoveel oude gebouwen. De eerste Europeanen arriveerden in 1788 in Australië en de Aboriginals waren nomaden. Zij hadden geen stenen huizen nodig. De eerste gebouwen dateren dan ook pas vanaf die tijd en als we ze ergens tegen komen zijn ze vaak op één hand te tellen. Maar goed, de oude werf bleek een verrassing. Weliswaar in de steigers maar van binnen prachtig. Grote houten balken en mooi ingericht als café en expositieruimte. En ze hebben koffie met lekkere taartjes. Hier gaan we morgen een tijdje zitten (het zou een regenachtige dag worden, vandaar dit plan). De dames achter de bar wisten wel een rustig slaapplekje voor ons. Mooi, is dat ook weer geregeld!  De volgende dag arriveren we rond lunchtijd bij de werf. Er zijn zo'n 10 mensen aan het vissen vanaf de pier. Waaronder ook een gozer van een jaar of 25 in zijn zwembroek. Hij bleek al snel een gepassioneerd visser. Ik noem hem voor het gemak even Rex. Naar Rex Hunt, een beroemde Australische visser met een tv-programma: Rex Hunt's fishing adventures (hier keek in in mijn jeugd nogal eens naar terwijl ik eigenlijk huiswerk moest doen, maar dat even terzijde). Hij had beet toen we aankwamen; een beschermde haai. Die ging terug het water in. Niet veel later weer iets aan de haak, tegelijkertijd met een kameraad die ernaast stond. Allebei een flinke jongen, dat was meteen duidelijk. Het duurde een half uur voordat de vangst van de kameraad in zicht kwam. Een hamerhaai van bijna 2 meter. Wow! Het zou nog een karwei worden het beest binnen te halen, de pier lag meters boven zeeniveau. Maar Rex wist er wel raad mee. Hij gaf zijn hengel even aan iemand anders en dook zo de pier af om eigenhandig de haai binnen te halen. Daarna snel terug naar zijn eigen hengel. Dit duurde nog een kwartier en toen kon was ook zijn vangst binnen bereik. Nog een hamerhaai, zelfde grootte als de eerste. En weer het water in, eerst om hem van dichtbij te filmen. Daarna om ook deze vis binnen te halen. Even later maakte hij zich helemaal onsterfelijk door achter een hengel aan te duiken van weer iemand anders. Het ventje had ook beet en wilde zelf zijn vis uit het water gaan tillen, maar plots schoot zijn hengel ervandoor. Met beet en al. Onze Rex zag het gebeuren en dook er zonder aarzelen achteraan. Wist op het nippertje de hengel te redden van de ondegrang. Wat een toestand! En dat allemaal in anderhalf uur tijd! Het begon te regenen. De haaien werden gefileerd en de moten verdeeld. De jacht zat erop. Niet veel later was iedereen in de mist verdwenen, alsof er die dag niks was gebeurd. Op naar Bermagui. Een plaatsje waar veel gepensioneerden hun oude dag slijten. Met bootjes de zee op om te vissen. Of een hengeltje uitgooien vanaf de kade of het strand. We slapen op een saaie parking aan de weg waar we stroom hebben. Het regent, dus het is wel best. Kunnen onze apparatuur en de accu's van Kurt in ieder geval weer opladen.  De volgende dag rijden we naar Camel Rock, een surfspot 7km noordelijker. Een prachtige plek, waar we op een parking staan met weids uitzicht en een hoge berg op de achtergrond (Mt. Dromedary ontdekte we later de hoogste berg van het zuiden). Een stuk natuurgebied langs de kust wat uitmondt in de zee met de Camel Rock. Een rotsformatie in de zee die doet denken aan een kameel. Tijdens een kleine wandeling door het natuurgebied zie ik een slang voor me wegschieten. Een zwarte, met gelige buik. Hij gaat er pijlsnijl vandoor. Geen close encounter als een paar weken terug. Wel weer de eerste slang sindsdien in het wild. 's Middags worden we weer verrast door een school dolfijnen. Dat was ook alweer een week geleden. Een flinke groep, ze zwemmen parallel aan de kust en komen dichterbij. Even lijken er een paar naar de surfers de zwemmen die in het water liggen. Ze blijven toch op enige afstand en zwemmen weer verder.  Later op de middag komen ze terug. Nu dichterbij de surfers (nu had ik in het water moeten liggen, shit). We kijken ze na en als ze wat op afstand zijn beginnen ze - in de branding - te spelen en springen in de golven. Wauw!!! Wij er achteraan om het van dichtbij te zien en op foto te krijgen. Het wordt al rennend een kilometerslange achtervolging over het strand want de dolfijnen zwemmen al spelend rustig verder. Uiteindelijk lukt het ons ze bij te halen en buiten adem een paar coole plaatjes te schieten. Jammer dat ik geen goede telelens heb, dat was het op beeld de bom geweest! Op de lange wandeling terug besluiten we hier de nacht door te willen brengen. Véél beter dan de parkeerplaats van de nacht ervoor! De volgende dag is het tijd om weer een stukje te gaan rijden. Op naar Narooma. Naar verluidt ook weer een mooie plek. We bleven er de middag en besluiten weer verder te rijden.  We komen weer langs Batemans Bay en vinden daar vlakbij het plaatsje South Durras. Een stukje van de Highway af, dus rustiger en (zoals vaker met plekjes die van de Highway af liggen)  mooier. We slapen op een prachtig plekje aan zee, waar we wakker worden tussen de kangoeroes. Ze laten zich zelfs aaien door Maartje. Gewend aan mensen, maar wel echt vrij! We blijven er nog een nachtje. Een heerlijk plekje ondanks het kwakkelende weer. En een camping in de buurt waar we voor een dollar warm kunnen douchen. Super! Ook verder richting Sydney verbetert het weer niet. Wel kan ik hier en daar nog een keertje surfen. Na weer een regenachtige nacht en ochtend in Kiama -we zien twee waterhozen op zee tijdens een fikse bui 's morgens - besluiten we door te rijden naar Sydney. Mocht het de laatste 5 dagen nog slecht weer zijn, kunnen we in ieder geval de stad in!  Liefs, Jan

Reacties

Reacties

Rene & Kirsten

Heerlijk die vrije natuur.

Vanuit hier niet in te schatten hoe vet en voor jullie waarschijnlijk al bijna een gewenning. Zonde van het weer, maar in Hawai lijkt dat weer goed gemaakt te worden.

Hier wordt het een vastenavond met 8 graden overdag en 's nachts net geen vorst. We zullen er 1 (of een paar) voor jullie drinken! Steunen de Bergse economie!

Groetjes,

Rene & Kirsten

Paco

Tof verhaal weer. Wat een vangst van onze Rex!
Hier zet de dooi in en dus geen Tocht der Tochten in Fryslan. Grts P

Rein en Marinda

wat vet wat jullie allemaal zien en meemaken. Echt meer natuur en toeren in jullie Kurt. Stiekem volgen we jullie nog. Leuke manier van schrijven. Have fune en geniet de laatste tijd. Groetjes ons

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!