Na een lange vlucht komen we aan in het levendige Honolulu. Waar we met een taxi naar het Beachside hostel gaan. De chaffeur is gekleed in een Hawaiibloesje dus we komen gelijk in de stemming.
Waikiki is volgebouwd met hotels die bij elkaar plaats bieden voor 100.000 toeristen. Ons hostel ligt in een klein straatje, "one block away from the beach". Het beslaat 2 kleine flats die wegvallen
tussen de moderne hoogbouw. Ze zijn 4 hoog met een stuk of 6 kamers per verdieping. Ze zijn in de jaren '40 of ' 50 gebouwd en deden dienst als onderkomen voor militairen. In die tijd waren er
nog amper hotels. "In the 50ties these apartments were TOP NOTCH. Yeah...these were top notch." En wij verblijven hier gewoon! Naast ons hostel staat nog een kleine flat en hier is het af en toe wat
rumoerig zal snel blijken. Er woont een stel dat regelmatig ruzie heeft. Zij is een big mama en heeft ook een big loud voice. De eerste nacht horen we haar schreeuwen: "why is that bitch calling
you?? Whyyyyy is that biiiitch calling you??" Haar getier duurt wel een uur. De volgende morgen is ze nog niet over haar woede heen en gaat het geschreeuw verder. Ook sneuvelt er wat servies.
Een andere nacht is er opnieuw heibel. Tijdens een woeduitbarsting moet het beschermingsglas van een brandslang op de galerij het ontgelden. Op een middag komt er een vrouw thuis die op de gallerij
huilerig, aanbiddend gaat staan roepen: "Jesus i love you". Na een tien minuten dezelfde zin te hebben herhaald komt ze weer bij zinnen en loopt door naar haar appartement. Een beetje apart allemaal
maar het draagt wel bij aan de levendigheid. We voelen ons er geen moment onveilig, ook op straat niet. Het personeel van het hostel lijkt zich er ook weinig van aan te trekken. Ze zullen het gewend
zijn. Dit soort taferelen zullen in onze randstad ook genoeg voorkomen, maar op Tholen....neeee. In het hostel is het een komen en gaan van mensen. Het is leuk om na twee maanden camperen weer eens
wat meer tussen de backpackers te zitten. Wij verblijven in een tweekamerappartement. In één kamer slapen wij. De andere kamer dient als keuken en hier staan nog twee bedden. In het ene bed ligt elke
dag weer iemand anders en in het andere bed slaapt Kiko. Een Braziliaanse jongen die al twee maanden in dit hostel verblijft. Hij hoort bijna bij het meubilair. Hij heeft in de buurt gewerkt en is nu
nog een paar weken vrij voordat hij naar huis moet en neemt het ervan. Elke dag stappen. Regelmatig treffen we hem slapend aan, in de middag. Siësta zeker? Waikiki is qua klimaat een paradijs! De
temperatuur is heerlijk en constant (25 graden ongeveer). Het is niet zo benauwd als in Azië. Er staat een zacht briesje. Heel af en toe trekt er een wolkje langs en miezert het voor een paar minuten
maar vaak blijft de zon gewoon schijnen. De watertemperatuur is optimaal: 24 graden. Niet zo warm als in Azië en minder fris als in Australië. Uren vol te houden in mijn zwembroek op de surfplank zal
later blijken. Het is een verademing met de wisselvalligheid in Australië. Als de zon er daar doorkwam brandde die als een gek. Hier is dat niet. En als hier de zon even weg is blijft het even warm.
Op Waikiki beach liggen de badgasten hutje mutje op elkaar. De zee ligt vol met surfers. De golven zijn optimaal voor beginners en longboarders. Aan de boulevard stikt het van de winkels,
restaurants en resorts met eigen winkelcentra. Iedereen gaat 's avonds shoppen. Bij de UGGS store is buiten zelfs een wachtrij. Een beveiliger laat mensen één voor één binnen anders wordt
het chaos in de winkel. Gèèn crisis in Waikiki! We huren een dag een scooter. Hiermee gaan we naar de oostkant en een deel van de "Windward side" van het eiland. Een leuke tocht, hoewel zonder helm
tussen de Amerikaanse pickups rijden ook niet alles is. Wat dat betreft is het echt Amerika: de wegen zijn ingericht op auto's. Niet op voetgangers, fietsers of scooters. Dus het is af en toe even
spannend. We maken een wandeling naar een lighthouse. Onderweg moet je walvissen kunnen spotten. Aha!! Dus hier zitten ze!?? Vanuit Australië zijn ze allemaal hierheen gezwommen??! Het duurt
even voor we ze zien. De zee is ruig en we zitten vrij hoog. Uiteindelijk wordt ons geduld beloond en zien we ze. Moelijk te spotten, maar ze zitten er volop! Dus toch nog prijs voor Jan en
Maartje! Deze zijde van het eiland is anders dan Waikiki. Veel ruiger, meer blootgesteld aan wind en zon. Het vulkaangesteente geeft gekke vormen aan het landschap en de bergen. De zee is op
bepaalde plaatsen ongekend blauw. We hebben de laatste twee weken van onze trip amper voorbereid. "Dat komt tegen die tijd wel daar is het nu nog veel te vroeg voor" hoor ik ons zeggen. Zonder
Lonely Planet of ons goed te verdiepen in Hawaii besloten we in Australië om alvast een binnenlandse vlucht naar The Big Island te boeken. Hier zou het weer beter zijn (de minste regenval per jaar).
Het is winter op Hawaii wat volgens de statistieken veel regen betekent. En hier hadden we in Australië wel genoeg van gehad. Na vier fantastische dagen op Waikiki moeten we met een beetje tegenzin
onze tassen alweer pakken. De vlucht duurt 42 minuten. Een eitje dus.Tijdens de vlucht zien we andere eilanden die tot Hawaii behoren (Lanai, Maui). In de verte doemt een berg op. Het is de grootste
vulkaan van The Big Island. De landing is prachtig. Het vliegveld ligt op een vlakte van gestolde lava. Ergens rond begin van de 19e eeuw na een uitbarsting gevormd. Het lijkt wel een
maanlandschap zo grillig, de rotsen zijn zwart als roet. Het vliegveld heeft geen grote aankomst of vertekhal. Het ligt gewoon in de buitenlucht. We stappen uit tussen de palmbomen. Hier moet
het altijd mooi weer zijn! Eenmaal in ons hostel voelen we er ons nog niet thuis. Het hostel ligt heel ongezellig aan de hoofdweg die rond het eiland loopt en zo'n 400 meter boven zeeniveau. Om bij
de zee (een baai) te komen moeten we één uur lopen. Dat is minder. Om naar het zandstrand te gaan moeten we een half uurtje met de bus. Helaas rijden er maar een paar bussen per dag. Vaak rijden ze
ook niet op tijd waardoor we soms meer dan een uur staan te wachten. We zijn niet meer gewend op de tijd te moeten letten en willen dit zeker de laatste week van onze reis niet ineens moeten
doen. Voor andere bezienswaardigheden heb je een auto nodig. Bij de verhuurbedrijven is het zo druk dat er geen auto meer te krijgen is. De veel te dure dagstours boeken is ook geen optie want
ons budget is ver aan zijn einde. Daar zitten we dan met onze slechte voorbereidingen 'lost' op The Big Island. Uiteindelijk vermaken we ons twee dagen op een zwart strand waar snorkelend veel
vissen te zien zijn en schildpadden zich op de rotsen laten opwarmen door de zon. Nice. Toch voelt het niet helemaal lekker. We missen het gemak van Waikiki waar we op loopafstand van het hostel ons
prima konden vermaken. Wat het ook mag betekenen, onze "inner hula" ligt voor nu niet op The Big Island. We weten het zeker we willen de laatste vier dagen terug naar Waikiki. Ondanks de
inspanningen van de gastvrouw het ons naar de zin te maken, de gemoedelijke sfeer die hier hangt en alles wat het eiland ons te bieden heeft. Neem haar actieve vulkaan. Je kunt er wandelen in een
krater en met geluk stoom uit de grond zien komen. Of vanuit een helikopter lava zien. Op de top van een andere vulkaan staan tientallen telescopen. Schijnbaar is dit wereldwijd gezien een toplocatie
om het heelal te bestuderen. Op Waikiki voelden we ons allebei geweldig goed. Met zo'n gevoel willen we onze reis afsluiten. We boeken onze vlucht om. Na slechts 3 nachten verlaten we het
eiland alweer. Het is de grootste misser die we deze reis gemaakt hebben. Jammer maar het is ook de enigste misser van deze 5 maanden. VoorThe Big Island is het nù niet het moment voor ons. Als
blijkt dat we weer in dezelfde kamer terug komen in Waikiki Beachside Hostel zijn we weer helemaal happy! En hoewel we twee van de vier dagen zware bewolking hebben vermaken we ons optimaal op het
strand en in het water. Ik kan elke dag aan mijn skills werken op een longboard. Maartje ligt op het strand en geniet van alles wat er om haar heen gebeurt. Op de laatste dag is het stralend weer,
alsof er aan ons wordt gedacht. Maartje werkt haar 'tan' nog een keer bij en ik ga weer surfen tot ik niet meer kan. Alsof het mijn laatste dag op aarde is. Ons bezoek aan Hawaii is een
waardige afsluiting van onze reis. Hoewel we slechts een fractie ervan hebben gezien en het erg toeristisch is maakt het onze verwachtingen meer dan waar. Het doet ook nog iets anders met ons. Hawaii
maakt hongerig naar meer. Een lokroep die zegt dat we terug moeten komen. En dan goed voorbereid en met een volle portemonnee. Met een voldaan gevoel kunnen we aan onze lange terugreis
beginnen. In Los Angeles zijn we nog één nacht en één dag. Niet onbewust slapen we hier in een hotel vlakbij.................. Venice beach! Nog één dagje strand en dan op naar huis! We hebben er
ontzettend veel zin in iedereen weer te zien! Tot snel! Jan en Maartje
Met een camper naar de grote stad gaan is niet handig. Ik hou niet van filerijden, vind het een vreselijke tijdsverspilling. Daarbij heeft het niks met avontuur te maken. En waar laten we Kurt achter
als we de stad in willen? Je kunt niet zomaar parkeren en het kost 4 dollar per uur. We willen eigenlijk terug naar Manly, maar ik ben bang dat het minder leuk zal worden door bovenstaande
uitdagingen. Dus besluiten we eerst naar Cronulla te rijden. Een voorstadje van Sydney aan een gigantisch strand. In het meest gunstige geval kunnen we hier de laatste dagen slijten. We zitten dan
ook aan de goede kant van Sydney voor het inleveren van de camper en het vliegveld. We hebben een ochtend vol regen achter de rug in Kiama. Als we op vrijdagmiddag in Cronulla aankomen is het nog
steeds grauw en grijs. Daardoor voelt het wat somber aan. De grote boulevard we arriveren en de vele lege parkeerplaatsen versterken dit beeld. Maar, er zijn wel mensen in het
water. Surfers en kitesurfers. We slapen op een grote parkeerplaats vlakbij de surf lifesavingclub (één van de vier blijkt later). De parking loopt leeg, maar we vermoeden al wel dat dit
de volgende morgen anders zal zijn. Zoals dat ons al vaker is overkomen op parkings aan de zee. En ja hoor, om half 8 's morgens de hele parking vol. Aan de boulevard wordt hardgelopen,
gemountainbiked, gewandeld. Bij de surflifesavingclub zijn tientallen leden (tieners) die aan een training beginnen welke tot half in de middag zal duren. Met "surfcrafts" die de lifesavers gebruiken
om mensen uit het water te redden. Dikke planken met een hoog drijfvermogen. Ideaal om kleine golven mee te pakken om zo snel mogelijk het water uit te komen. De pupillen van de club gaan
wedstrijdjes doen. Met hun board de zee in door de branding heen naar een stel boeien. Eromheen en dan zo snel mogelijk terug naar het strand. Ze doen meerdere rondes. Daarna andere wedstrijdjes met
een soort kayaks. Lange, smalle kayaks waarmee ook de golven gepakt kunnen worden. Tot slot weer met de lifesaver-surfplanken; eerst een rondje daarmee, dan de plank lossen op het strand en in
de borstcrawl nog een ronde. Wat ouders kijken net als wij toe vanaf de kade. 's Middags gaat het op het strand verder, sprintjes trekken door het zand. Respect voor deze kids en hun conditie en
kracht. Nu snappen we waarom ze zo atletisch gebouwd zijn. Het is een eer om lifeguard te mogen zijn. En als je er een wilt worden moet je ervoor knokken. Want, als later elke seconde telt....
De 'echte' lifesavers zijn ook al weer op hun post. In het weekend bijgestaan door vrijwilligers. Jong en oud, herkenbaar aan gele shirts met reclame van DHL. De grootste sponsor. Overal langs de
oostkust zie je hetzelfde outfit. In een ander gebouw is een groepsles fitness aan de gang. Er wordt koffie gedronken, gekletst en de krant gelezen in de kiosk. Gistermiddag was deze dicht. De
grijze rolluiken gesloten. Nu is er volop leven. In het plantsoen wordt een marktje opgebouwd. Het water ligt alweer vol met surfers. En niet te vergeten: bodyboarders. Ook bodyboarden is hier ècht
een sport. Die wordt beoefend door jong en oud, tot bejaarden aan toe. Op je oude dag 's morgens een uurtje het water in. Board mee, badmuts op, zwemvliezen aan en gáán. Even gecentrifugeerd
worden in een paar golven. Heerlijk toch? Zowaar komt de zomer terug, op zaterdagmiddag wordt het heerlijk. De volgende dag begint ook goed. Tot halverwege de middag stralend weer, dan twee uur regen
en daarna weer strak blauw. Eindelijk! Tot ons vertrek zal het zo blijven. Gelukkig! We genieten ervan om als enigste te kamperen op de grote, wat saaie parkeerplaats naast de surf lifesavingclub. En
vlakbij het winkelcentrum. Geen backpacker die hier komt (in ieder geval voor ons gevoel). Überhaupt weinig toeristen, maar juist middenin het alledaagse leven van een op en top Australische
kustplaats. We staan er vier van de vijf nachten en er is geen haan die naar ons kraait! Op de laatste dag gaan we met het openbaar vervoer terug naar Manly. We hebben er een supertijd gehad rond de
kerst en willen er nog één keer heen. De boottocht alleen al is de moeite waard. Deze week zijn er de Australische open surfkampioenschappen bezig. De golven zijn matig - en hierdoor zijn de 'heats'
niet zo spectaculair - dus na een uur hebben we het weer gezien. Als de golven niet zo hoog zijn is zelf surfen toch leuker. Althans een poging wagen want ben nog steeds een prutser vergeleken bij de
meeste surfers hier. We gaan op tijd terug naar Cronulla zodat ik nog even het water in kan. En daarna lekker uit eten! Het is immers onze laatste dag downunder èn valentijnsdag, dus een goede reden!
Met ons veel Australische stelletjes. Het is hartstikke druk overal. Wij komen uit bij een sushibar. We proeven het verschil met de sushibars in Azië, maar het blijft erg lekker. Het is een mooi
einde van de 2e grote etappe van onze trip. Goed, het einde van onze reis komt nu ècht in zicht. De laatste nacht in Australië slapen we beiden slecht. Eerst ligt Maartje uren wakker en na te denken
over alles wat we hebben meegemaakt. Als zij eindelijk slaapt neem ik het van haar over. Na een tijd besluit ik om maar wakker te blijven en de zonsopgang mee te maken (toch nog 1 zonsopgang in
Austalië). Al om 05.00u komt de eerste jogger langs. Verzamelen de eerste surfers zich op de parkeerplaats en bij de surfschool. Nog voordat de zon op is liggen ze al in het water. Inclusief 10
kinderen die een surfclass hebben. Dat het leven zo vroeg begint verbaast me nog steeds. Het zal deels aan mij liggen vanwege mijn rock'n'roll werk waarbij ik vaak genoeg rond deze tijd pas ging
slapen. Of nog later..... Dat surfen in Australië populair is wisten we al. Maar dat het zó een groot deel uitmaakt van de cultuur (in ieder geval aan de kust) hadden we niet verwacht. Ons verblijf
in Cronulla bevestigt dit nog maar eens extra. Van zonsopgang tot zonsondergang liggen er mensen in het water. Ook komt er voor mij een goed einde aan de zoektocht naar surfspots. Heb in Cronulla tot
en met de dag van vertrek elke dag een tijdje in het water gelegen! Nog twee weekjes Hawaii en we zijn weer thuis. We hebben ontzettend veel zin om iedereen weer te zien. Ook lijkt het ons heerlijk
weer in ons eigen bedje te slapen. De matras van Kurt lag niet zo goed en na 45 nachten zullen we dat niet gaan missen. Dit geldt niet voor het buitenleven, want het is heerlijk om veel buiten te
zijn. Maarrrrrrrr...... ALOOOHAA!!! De rest van de evaluatie komt nog wel want nu is het tijd voor: Hawaii!!!!!!!! Een vakantiebestemming met een paradijselijk imago. Als kind
fantaseerde ik er al over. Èn wilde ik zo graag een hawaii-blousje. Ik was dolgelukkig toen ik er tijdens een vakantie in Parijs een mocht uitzoeken van mijn ouders. In een winkel die ermee vol hing.
Het werd een felgroene die oranjerood uitliep naar onderen met palmbomen erop. Ik heb hem nog steeds. Al ligt hij nu tussen de verkleedspullen en is ie veel te klein. Dus toen tijdens het
plannen van onze reis bleek dat we Hawaii konden aandoen hoefde ik niet lang na te denken. Na zelf tientallen feesten met een hawaii(achtig) thema te hebben georganiseerd (zowel hobbymatig als
professioneel) en duizenden hawaiislingers te hebben uitgedeeld is het moment daar. Honolulu here we come!!! Cheers! Jan
Even een kleine rewind naar de rit vanuit het noorden naar het zuiden. Na dus bijna drie dagen in de regen rijden werd het droog. Onze eerste droge stop is Batemans Bay. Niet het einddoel van vandaag
maar wel een stop om wat te eten. Fijn weer buiten eten maken terwijl het droog is. Jan heeft zijn ontmoeting met de derde slang deze reis. En geïnspireerd door Steve, in een survivor-cowboy-outfit,
maakt hij er een kleine jacht van om het beestje uiteindelijk te vangen. We hebben er een fotoserie van gemaakt. Ja je gaat rare dingen doen na dagen van verveling en regen ;). Na het eten vervolgen
we onze weg. We willen naar Merimbula gaan om vanuit daar de komende weken weer langzaam omhoog naar Sydney af te reizen. We hebben eraan gedacht om verder zuidelijker naar Melbourne te reizen maar
we willen niet teveel in de auto zitten en onze tijd nemen om dingen te zien. Dus veel zuidelijker gaan we niet. Terwijl we verder rijden verdwijnen de wolken langzaam en zien we haar weer: de zon.
In de warme avondgloed zien we voor het eerst hoe mooi de omgeving is waarin we terecht zijn gekomen. Heel anders dan de noordkust. Er zijn hier veel meer heuvels, rivieren , kabbelende beekjes en
meren, geen grote steden maar kleine pittoreske dorpjes. Er is heel veel groen en er zijn véél nationale parken. Wel is de natuur zoals in heel Australië, voor zover wij dit inmense land hebben mogen
bezichtigen, ruig en woest. Omdat de omgeving er zo mooi uitziet in het avondlicht willen we niet veel verder rijden maar gaan genieten van het zicht. We belanden op een 'rest-area' langs de
highway. Dit hebben we nog niet eerder gedaan omdat de stops verder naar noorden heel ongezellig pal langs de weg lagen. Maar deze stop ligt iets van de weg af middenin het bos vlakbij een meer. Er
zijn niet veel faciliteiten: een wc en een buitenkraantje maar we staan prima. En voor het eerst sinds lange tijd weer eens legaal, "overnight staying permitted". Het is ook weer eens iets heel
anders dan aan de zee overnachten. We vallen in slaap en horen voor het eerst sinds lange tijd niet de golven maar het geluid van de krekels om ons heen. De volgende ochtend maken we na het ontbijt
eerst een wandeling door het bos naar het meer. Jan voorop met een stok in zijn hand om het erg smalle padje, waar wij vandaag als eerste overheen wandelen, voor mij vrij te maken van spinnen. Die
hebben we hier al héél veel gezien van megagroot tot klein. Over mijn hoogtevrees ben ik nu al een ver heen, maar spinnen dat gaat nooit lukken! Nog even een gezellig praatje met onze buurman. Een
eigenzinnige Australiër van bijna 70 jaar die samen met zijn vrouw 9 maanden door het land trekt. Ze reizen in een megagrote caravan met alles erop en eraan. Hij heeft zelfs een quad bij die achter
op zijn pickuptruck staat. Na een aantal mooie verhalen van zijn reis van de afgelopen maanden en nog een aantal levensverhalen. We precies weten waar hij allemaal gewoond heeft en kennen zijn hele
familie bijna, vinden we het hoog tijd door te gaan. Wij rijden door naar Merimbula waar we aankomen bij een haven met helder lichtblauw water waarin een pelikaan zwemt. Het strand van Merimbula is
een heel ander strand dan we tot nu toe gezien hebben. We krijgen er een mediterraans gevoel erbij. Het net of we in Frankrijk of Spanje zijn beland. Net buiten Merimbula ligt een nationaal park
'Bourndra' met een campingground. Voor nog geen 30 dollar kunnen we hier een dag staan en hebben dan zelfs een warme douche tot onze beschikking!! Klinkt goed, we besluiten weer legaal te gaan
overnachten. Het blijkt een superkeus en blijven hier uiteindelijk zelfs twee nachten slapen. We staan weer middenin de bossen omringd door wildlife. De walibi's komen voorbij springen om op een vijf
meter van onze campsite lekker aan het gras te gaan knabbelen. De vogels kwetteren er vrolijk op los. Als de zon ondergaat nemen de kikkers en krekels het van de vogels over en kwaken en tjierpen wat
klinkt als een groot orkest. Ook komen raccoons tevoorschijn die eveneens vlak langs ons heen lopen. De omgeving is wederom prachtig. We hebben op loopafstand, over smalle kronkelige paadjes
door het bos, een meer, de zee en een inlet tot onze beschikking. Aan de zee ligt een headland (een rotspartij die vaak wat uitloopt in een punt in zee) waarvan de stenen een mooie oranje gloed
hebben. We wandelen over het headland met aan de ene kant de zee met de golven die woest tegen de rotsen kapot slaan en aan de andere kant het zicht op het bos en mangroves. Omdat het hard waait gaan
we even aan de inlet zitten, aangezien er hier minder wind staan. Aan de overkant van de inlet staan duizenden hele hoge bomen. De stammen zijn helemaal kaal tot bijna aan het puntje daar pas groeien
de bladeren. Het geeft een prachtig zicht een groen dak wat door de wind golvend op en neer gaat. Net een groene zee. Liefs xx Maartje Helaas slaat het weer na drie dagen toch weer om. De vlucht
naar het zuiden bracht ons een aantal mooie dagen en behoedde ons voor de ergste regens, maar ècht zomer is het niet. De voorspellingen zien er voor de komende weken ook niet beter uit, jammergenoeg.
Het blijkt de koudste zomer sinds 1965 te zijn en de ozzies hebben het over de natste zomer in decennia... Ze hebben meer dan 10 jaar droogte gehad en vinden het wel lekker zo. Alles is nu mooi
groen. Wij hadden het liever anders gezien, maar we begrijpen wat ze bedoelen. Na de nachten in het Bourndra park slapen we in Merimbula en later Pambula. Het laatstgenoemde plaatsje staat bekend om
de vriendelijke kangaroes die in bijna iedere voor- of achtertuin te vinden zijn. Erg leuk we komen ze echt overal tegen. Wel even uitkijken met het rijden. De beestjes kijken niet op of om als ze
oversteken en springen vanuit het niets vaak de weg op. De wildlife-verhalen houden hiermee nog niet op. In Eden, zo'n 20km van Merimbula, brengen we een bezoek aan het killerwhale-museum. Een
killerwhale is een orka (Free Willy). Niet zo'n lieve vis als ie lijkt. Vanaf eind 1800 tot ca. 1930 werd in de grote baai bij het plaatsje veelvuldig gejaagd op walvissen. Eden stond er om bekend.
En, wat het bijzonder maakte, is dat de jagers hulp kregen van orka's. Deze leven en jagen in troepen, zoals meerdere diersoorten dat doen. Hoe het begonnen is, is niet bekend, maar de orka's dreven
walvissen de baai in, richting de jagers. En ze zorgden er daarna voor dat deze niet meer konden ontsnappen door ze te omcirkelen en aan te vallen. Als de walvis gedood was, mochten de orka's zich
tegoed doen aan de lippen en tong van het beest (al snel 4000 kg). Het enigste wat ze lusten. En de jagers hadden het niet nodig. Een effectieve samerwerking die duurde tot de dood van orka " Old
Tom", de meest succesvolle leider van een troep. Als zijn troep een walvis hadden gevonden, zwom Old Tom naar de haven om de jagers te halen en ze naar de walvis te leiden. Gelukkig is Australië niet
lang daarna gestopt met de walvisvangst en worden er in Eden nu tours georganiseerd om walvissen te spotten. Alleen nu zijn ze er niet. De grote trek is van mei tot en met november. Na een week
in en rondom Merimbula te zijn geweest is het wel tijd om weer door te gaan. Verder reizen, langzaam terug naar Sydney. Alleen nog even in Tathra kijken, 10 km ten noorden van Merimbula. We komen er
tegen het einde van de middag aan. Het is een onverwachte mooie aankomst. Een klein plaatsje op een heuvel, met een mooie ruige rotswand en 'headland' en een mooie surfbreak. We besluiten nog
even een wandeling te maken de heuvel op en komen uit bij de oude scheepswerf en pier. Over het algemeen zijn hier niet zoveel oude gebouwen. De eerste Europeanen arriveerden in 1788 in
Australië en de Aboriginals waren nomaden. Zij hadden geen stenen huizen nodig. De eerste gebouwen dateren dan ook pas vanaf die tijd en als we ze ergens tegen komen zijn ze vaak op één hand te
tellen. Maar goed, de oude werf bleek een verrassing. Weliswaar in de steigers maar van binnen prachtig. Grote houten balken en mooi ingericht als café en expositieruimte. En ze hebben koffie met
lekkere taartjes. Hier gaan we morgen een tijdje zitten (het zou een regenachtige dag worden, vandaar dit plan). De dames achter de bar wisten wel een rustig slaapplekje voor ons. Mooi, is dat ook
weer geregeld! De volgende dag arriveren we rond lunchtijd bij de werf. Er zijn zo'n 10 mensen aan het vissen vanaf de pier. Waaronder ook een gozer van een jaar of 25 in zijn zwembroek. Hij
bleek al snel een gepassioneerd visser. Ik noem hem voor het gemak even Rex. Naar Rex Hunt, een beroemde Australische visser met een tv-programma: Rex Hunt's fishing adventures (hier keek in in mijn
jeugd nogal eens naar terwijl ik eigenlijk huiswerk moest doen, maar dat even terzijde). Hij had beet toen we aankwamen; een beschermde haai. Die ging terug het water in. Niet veel later weer iets
aan de haak, tegelijkertijd met een kameraad die ernaast stond. Allebei een flinke jongen, dat was meteen duidelijk. Het duurde een half uur voordat de vangst van de kameraad in zicht kwam. Een
hamerhaai van bijna 2 meter. Wow! Het zou nog een karwei worden het beest binnen te halen, de pier lag meters boven zeeniveau. Maar Rex wist er wel raad mee. Hij gaf zijn hengel even aan iemand
anders en dook zo de pier af om eigenhandig de haai binnen te halen. Daarna snel terug naar zijn eigen hengel. Dit duurde nog een kwartier en toen kon was ook zijn vangst binnen bereik. Nog een
hamerhaai, zelfde grootte als de eerste. En weer het water in, eerst om hem van dichtbij te filmen. Daarna om ook deze vis binnen te halen. Even later maakte hij zich helemaal onsterfelijk door
achter een hengel aan te duiken van weer iemand anders. Het ventje had ook beet en wilde zelf zijn vis uit het water gaan tillen, maar plots schoot zijn hengel ervandoor. Met beet en al. Onze Rex zag
het gebeuren en dook er zonder aarzelen achteraan. Wist op het nippertje de hengel te redden van de ondegrang. Wat een toestand! En dat allemaal in anderhalf uur tijd! Het begon te regenen. De haaien
werden gefileerd en de moten verdeeld. De jacht zat erop. Niet veel later was iedereen in de mist verdwenen, alsof er die dag niks was gebeurd. Op naar Bermagui. Een plaatsje waar veel
gepensioneerden hun oude dag slijten. Met bootjes de zee op om te vissen. Of een hengeltje uitgooien vanaf de kade of het strand. We slapen op een saaie parking aan de weg waar we stroom hebben. Het
regent, dus het is wel best. Kunnen onze apparatuur en de accu's van Kurt in ieder geval weer opladen. De volgende dag rijden we naar Camel Rock, een surfspot 7km noordelijker. Een prachtige
plek, waar we op een parking staan met weids uitzicht en een hoge berg op de achtergrond (Mt. Dromedary ontdekte we later de hoogste berg van het zuiden). Een stuk natuurgebied langs de kust wat
uitmondt in de zee met de Camel Rock. Een rotsformatie in de zee die doet denken aan een kameel. Tijdens een kleine wandeling door het natuurgebied zie ik een slang voor me wegschieten. Een zwarte,
met gelige buik. Hij gaat er pijlsnijl vandoor. Geen close encounter als een paar weken terug. Wel weer de eerste slang sindsdien in het wild. 's Middags worden we weer verrast door een school
dolfijnen. Dat was ook alweer een week geleden. Een flinke groep, ze zwemmen parallel aan de kust en komen dichterbij. Even lijken er een paar naar de surfers de zwemmen die in het water liggen. Ze
blijven toch op enige afstand en zwemmen weer verder. Later op de middag komen ze terug. Nu dichterbij de surfers (nu had ik in het water moeten liggen, shit). We kijken ze na en als ze wat op
afstand zijn beginnen ze - in de branding - te spelen en springen in de golven. Wauw!!! Wij er achteraan om het van dichtbij te zien en op foto te krijgen. Het wordt al rennend een kilometerslange
achtervolging over het strand want de dolfijnen zwemmen al spelend rustig verder. Uiteindelijk lukt het ons ze bij te halen en buiten adem een paar coole plaatjes te schieten. Jammer dat ik geen
goede telelens heb, dat was het op beeld de bom geweest! Op de lange wandeling terug besluiten we hier de nacht door te willen brengen. Véél beter dan de parkeerplaats van de nacht ervoor! De
volgende dag is het tijd om weer een stukje te gaan rijden. Op naar Narooma. Naar verluidt ook weer een mooie plek. We bleven er de middag en besluiten weer verder te rijden. We komen weer
langs Batemans Bay en vinden daar vlakbij het plaatsje South Durras. Een stukje van de Highway af, dus rustiger en (zoals vaker met plekjes die van de Highway af liggen) mooier. We slapen op
een prachtig plekje aan zee, waar we wakker worden tussen de kangoeroes. Ze laten zich zelfs aaien door Maartje. Gewend aan mensen, maar wel echt vrij! We blijven er nog een nachtje. Een heerlijk
plekje ondanks het kwakkelende weer. En een camping in de buurt waar we voor een dollar warm kunnen douchen. Super! Ook verder richting Sydney verbetert het weer niet. Wel kan ik hier en daar nog een
keertje surfen. Na weer een regenachtige nacht en ochtend in Kiama -we zien twee waterhozen op zee tijdens een fikse bui 's morgens - besluiten we door te rijden naar Sydney. Mocht het de laatste 5
dagen nog slecht weer zijn, kunnen we in ieder geval de stad in! Liefs, Jan
En we zijn, niet geheel volgens plan, nog een dag blijven hangen. Nadat we 's ochtends afscheid hadden genomen van de Duitse jongens en de spullen waren opgeruimd. We hadden ons inmiddels een
deel van de parkeerplaats toegeëigend dus waslijntjes, stoelen, surfboard, bodyboard, kooktoestel de camper in, de elektriciteitskabel ontkoppelt. Bedachten we ons bij het wegrijden dat we de haven
nog niet gezien hadden en we zitten tenslotte in Coffs Harbour. Daar kan je als geluk hebt dolfijnen zien zwemmen. Dus héél vervelend nog maar een dagje blijven. Op naar de haven. En niet voor niks
we hebben ze gezien hoor! Al was het maar hèèl even. Twee dolfijntjes naast elkaar, 2x een sprong uit het water en daarna waren ze weg. Ook nog twee groene zeeschildpadden kunnen spotten die steeds
met hun kopjes boven water kwamen om adem te halen, erg schattig. Na een stevige wandeling over een heuvel van het nationale Muttonbird park loopt het alweer tegen het einde van de middag en gaan we
terug naar onze kampeerplek. Vanavond proberen we de openbare bbq voor het eerst uit. Langs de gehele kustlijn zijn hier picknickplaatsen te vinden met bbq's. De Aussies bqqen hier 's avonds
vaak met een groep, familie of vrienden. Gezellig en ook handig. Kurt kwam met een draagbaar 1-pits gaskookstel. Waarop we 's avonds een eenvoudige pasta, rijst of bruine bonen maaltijd in elkaar
draaien. Maar vandaag eten we luxe een stukje steak van bbq. Later op de avond komen de Duitse jongens terug van werk en zijn niet geheel onverrast ons nog te zien. We doen samen nog een biertje. De
volgende dag. Vandaag gaan we echt weg..... Maar eerst nog even de nodige boodschappen doen. Naar de supermarkt en dan door. Daar aangekomen zien we een telecomwinkel. Toch maar informeren of er echt
geen mogelijkheid is om internet te ontvangen. En die is er!! Een kleine 2 uur later stappen we het winkelcentrum weer uit met de boodschappen en alle spullen om internet te gaan ontvangen. Het is
ondertussen lunchtijd dus terug naar onze favoriete kampeerplaats om wat te eten en te kijken of internet ook echt wel werkt. Onze Duitse vrienden zien ons terug komen, moeten er erg om lachen en
geloven niet dat we vandaag écht vertrekken. Jawel dat willen we nog steeds. Nadat blijkt dat we voortaan aan de McDonalds kunnen ontsnappen zwaaien we ze nu echt vaarwel. Op naar Byron Bay. Het is
mijn beurt om te rijden. Ik ben er nu aan gewend maar dát viel tegen in het begin. Niet alleen het links rijden. Maar ook is het wennen dat de pook links zit, de knipperlichten rechts en
ruitenwissers links. In het begin gingen de ruitenwissers dan ook om de haverklap aan als we afsloegen. Nu moeten we ze noodgedwongen aanzetten want het begint te regenen en dit zal de komende drie
dagen bijna niet meer ophouden. Ineens is onze Kurt een stuk kleiner. Waar we de eerste anderhalve week 's ochtends bij het ontbijt naar buiten gingen en 's avonds bij het slapen gaan pas weer de
camper indoken, zitten we nu ineengedoken in ons 'riante' verblijf. Byron Bay is afgeladen met backpackers en campers. Het daarom ook moeilijk om hier wild te kamperen. De politie controleert
extra. Logisch, aangezien het anders uit de hand zou lopen gezien de vele vele campers. We besluiten daarom in een klein plaatsje even voor Byron te overnachten. We staan mooi. Pal aan zee. De harde
wind en de regen maken het vandaag toch nog wel gezellig in onze kleine ruimte. Koken in de camper lukt redelijk nadat we alle spullen op de voorbank hebben opgestapeld. Wijntje erbij, zo komen we de
avond wel door. De volgende dag gaan we Byron in waar we het strand bekijken en vanwege regen maar gaan shoppen. Erg leuke winkels, maar goed dat er weinig plaats is in mijn kleine backpack
anders had ik alle winkels leeg gekocht. We lunchen voor het eerst sinds we weg zijn uit Azië 'buiten de deur'. Zo, dat smaakt goed. Het leek niet te kunnen maar het gaat aan het einde van de
middag nog harder regenen. We koken op een redelijk overdekte picknickplaats waar we als we uit de wind zitten bèst droog blijven. We rijden weer terug naar het plaatsje voor Byron omdat ons dat toch
veiliger lijkt van politie. We hebben vanmorgen een mooi plaatsje aan een rivier gezien onder een grote boom. Wie weet blijven we dan ook nog wat droog. Bedje uit en de tweede avond met alle
inmiddels vochtige spullen ineengedoken in onze Kurt. De volgende ochtend krijgen we onze eerste waarschuwing deze reis. Ik ben net even naar het toiletgebouwtje om me op te frissen en als ik terug
kom zie ik een pickup wegrijden. We hebben een vriendelijke waarschuwing gehad van een ranger dat het niet de bedoeling is dat we in het openbaar overnachten. Oke dat viel mee: geen boete! En
vanavond zoeken we wel weer een ander plekje. Het regent nog steeds maar af en toe is het even droog. We bezoeken een uitkijkpunt met vuurtoren. Met een van de felste lichten erin van het zuidelijk
halfrond. Morgen gaan we weer door, het is ons hier iets te druk. De laatste avond slapen we in Byron zelf. Niet aan zee maar voor het eerst in een woonwijk tussen de huizen in. Waar in ieder geval
geen bordjes 'verboden te kamperen staan'. Dus als de politie langskomt kunnen we alleen weggestuurd worden zònder boete. We slapen de nacht heerlijk door en zwaaien Byron gedag. We trekken iets het
binnenland in. We reizen via Nimbim, een hippieplaatsje, verder naar Currimbin een volgend kustplaatsje wat aan de Gold Coast ligt. Op het moment dat we Nimbin in rijden gaan we een stukje terug in
de tijd naar de jaren 60. Het plaatsje staat bekend vanwege de hippiecultuur. Er lopen, op de toeristen na, bijna alleen maar hippies rond. De huizen en winkels zijn vrolijk beschilderd en hebben
kleur. En we komen de ene na andere spirituele zelfhulp winkel tegen. Ook wordt er op iedere hoek van de straat cannabis aan ons aangeboden. Wat we un-hippie-like afslaan. Er heerst een grappig en
gemoedelijk sfeertje. Na een bezoek aan het Nimbin museum vervolgen we onze weg langs een heuvelachtig en zeer groen landschap. Het is net of we in een Tolkien filmomgeving terecht zijn
gekomen, mysterieus en erg mooi. De regen en bijkomende mist maken het plaatje compleet. Terwijl we de spirituele plaatselijke Nimbin radio op hebben staan, met een ietwat aparte muziekstijl, wanen
we ons in hogere sfeeren en zweven zo Nimbin uit. We komen aan bij de goldcoast. Niet echt mijn ding. Een kustlijn van zo'n 40km helemaal volgebouwd met hoge hotels, hotels en nog eens hotels. Er is
geen rustig plekje te vinden en het verkeer is ook erg chaotisch en druk. Één voordeel; het is opgehouden met regenen! Ja fijn. De eerste nacht in Currimbin. We doen net ons lichtje uit om te
gaan slapen wordt er hard tegen het raam geklopt. Schuifdeurtje open en jawel hoor daar onze tweede ontmoeting met een ranger. Deze is iets minder vriendelijk dan de eerste ranger. Maar na een
zakelijke waarschuwing komen we er toch weer vanaf zonder boete. Alleen zijn we wel ons slaapplaats kwijt dus moeten nog op zoek naar een ander plekje. Even zoeken, niet zo handig in het donker. We
gaan maar weer veilig een woonwijk in aangezien we niet weten hoeveel kilometer kust de ranger 'bewaakt'. En als we vannacht of morgenochtend vroeg een tweede ontmoeting met hem hebben zal hij niet
meer zo schappelijk zijn. We vinden een plaatsje vlakbij bij een basisschool. Veilig en ver weg van de ranger. We hebben een rustige nacht. Ons kat- en muisspel is weer geslaagd. We reizen langs de
Gold Coast naar de Sunshine Coast. Onderweg brengen we een bezoek aan de Australian Zoo, homeground van Steve Irwin. Beter bekend als de 'crocodile hunter'. Hij is een grote held voor de
Australiërs en na zijn dood in 2006 is zijn levenswerk voortgezet door enthousiaste medewerkers van de Zoo. Het is een mooie dierentuin die verborgen ligt tussen groene heuvels even buiten
Brisbane. Er is niet zo'n hele grote diversiteit aan dieren. Maar de dieren die er zijn hebben grote en mooie leefruimtes. Er leven vooral dieren die veel in Australië voorkomen zoals: kangaroes,
walibi's, wombats, koala's, slangen, hagedissen, vogels en natuurlijk niet te vergeten de krokodillen. Het mooie is dat we al deze diersoorten, behalve dan de krokodil, ook in het wild zijn
tegengekomen. De dierentuin is interactief. We mogen de kangaroes en walibi's aaien en eten geven, de olifanten voeren en een koala knuffelen. Helemaal leuk! We komen aan bij de 'Sunshine Coast'
maar deze doet zijn naam geen eer aan. Het is bewolkt en er valt af en toe een bui. Na een paar dagen koopt Jan toevallig een krant en daar lezen we over een weeralarm aan de noordoostkust. Het
kan plaatselijk wel 200mm per dag gaan regenen en ook is er kans op overstromingen. Met de nieuwsberichten en beelden van vorig jaar januari (overstromingen in Australië) in ons achterhoofd.
De regenbuien en bewolking die we na 1,5 week toch ook wel flink beu aan het raken zijn besluiten we af te zakken naar het zuiden. Hier zien de voorspellingen er iets gunstiger uit. Maar
daar zijn we niet zomaar. Australië is zo'n groot land. We rijden drie dagen bijna onafgebroken door de keiharde regen om het zuiden te bereiken. Hier zakt de moed ons bijna in de schoenen omdat het
weer niet veel beter lijkt te worden. Ook is onze Kurt zo onderhand wel toe aan wat zon op zijn bolleke. Onze spullen drijven bijna de camper uit. En dan.....zien we blauwe lucht. We belanden in
Merimbula waar we weer een zonnige stranddag hebben na bijna twee weken. Vorige week waren we na een paar dagen regen het mooie weer zò vergeten. Maar het is nu omgekeerd ook zo: we zijn het
slechte weer binnen een mum van tijd vergeten. Wat voor moois zal het zonnige zuiden ons brengen. X Maartje
Maandag 2 januari 2012: onze ultieme "vrij zijn" ervaring kan beginnen! Het is de start van ons camper-avontuur. En waar ter wereld kun je nu een èchte "lonely planet-ervaring" op doen? Juist, in
Australië! We hebben een hippie-camper geboekt. De budgetcamper uit het aanbod van Apollo. Dat voor de rest uit stoere, grote campers bestaat die van alle gemakken zijn voorzien. Ze vallen in het
niet bij de grotere campers, hoewel wel beschilderd met paarse bloemetjes! En de vrijheidsbeleving zit hem niet in de grootte van de camper, toch??? We zijn zo slim geweest om onze backpacks in
ons hostel achter te laten. Zodat we comfortabel en vlot naar de vestiging van Apollo kunnen reizen. Kunnen we onze zware bagage later op de dag met de camper ophalen, we willen toch in de buurt van
Sydney blijven vandaag. En daar zitten we dan, al meer dan 2 uur te wachten tot we aan de beurt zijn voor onze eerste incheck bij Apollo. Niet onlogisch is dit de drukste dag van het jaar!
Iiieeeedereen trekt er op uit!!! Gezellig oud & nieuw in Sydney vieren, en dan op maandag lekker de weg op! Met zijn allen!!! Goed idee! Er staan bijna 100 campers op het terrein en
waarschijnlijk gaan die vandaag ALLEMAAL nog weg! Voorlopig nog géén uitgestrekte vergezichten voor ons. Eerst maar eens zien of we überhaupt voor 7u vanavond nog onze baggage kunnen ophalen in het
hostel in Manly! Gelukkig zitten wij al 3 maanden in de chill-modus en zijn we er in Azië aan gewend geraakt lang op transport te moeten wachten. In tegenstelling tot andere gedupeerden, die
-sommige met kleine kinderen- ook al uren zitten te wachten en al drie keer het kookpunt hebben bereikt. Zeker het gezin dat maar één week met een camper "door Australië gaat rondtrekken". Die zijn
al een halve dag kwijt. Gelukkig voor hen worden ze gecompenseerd. En ook wij worden blij, na bijna 4 uur op de vestiging van Apollo te hebben gezeten, omdat we met een hagelnieuw campertje de
weg op mogen! Er zijn er nog maar 20 van in heel Australië! Er zit zelfs een flatscreen in mèt dvd-speler en digitenne! Wow! Funky ledverlichting met de keuze uit hard wit licht, of koel blauw. Het
lijkt "pimp my ride wel"! Ook een functioneel aanrechtje achterin en een kluisje voor de waardevolle spullen. Netjes allemaal. De oude hippiecampers met paarse bloemetjes gaan met andere mensen
mee, wij hebben een oranje gestreepte met net 20.000km op de teller. Oja, en hij heet Kurt! Vernoemd naar Kurt Cobain. Alle nieuwe hippiecampers zijn vernoemd naar een legende uit de popmuziek.
Het lukt ons om tegen vijven terug te zijn in Manly, na ruim twee uur door de drukke binnenstad te hebben gezwoegd. Als we onze bagage en mijn gloednieuwe surfplank inladen, die ik heb gekocht in
Manly, zit het busje akelig vol. Hmmmmm....dat wordt nog wat. In ieder geval kan ons avontuur nu echt beginnen! Er is een camping ten noorden van Manly. Vlak aan het strand en op slechts 20 minuten
rijden. Misschien een goed idee voor de eerste nacht. Kunnen we een beetje wennen voor we ons gaan wagen aan wildkamperen. Het plan is om telkens een paar dagen te wildkamperen (dit is op veel
plaatsen ok en op andere plaatsen wordt het gedoogd), en dan af en toe op een camping te gaan staan voor het comfort. Zo gezegd, zo gedaan. Als we daar aan komen is het al donker. De receptie is
allang dicht. Oja, we zijn in de westerse wereld, niet meer in Azië?. De camping staat helemaal vol horen we van de nachtbewaking. Het is zomervakantie en topdrukte overal. Geen plek dus! Maar wel
gelijk omze vuurdoop wildkamperen, hetzij noodgedwongen. Alleen willen we eerst nog wel douchen. Hmmmm... gaan we toch gewoon die camping op? Dus, tralalala heel nonchalant met onze douchespullen in
een tasje de camping op. Om dit soort misbruik te voorkomen, zijn de douchegebouwen alleen toegankelijk met een code, of een pinpas 1-0 voor de camping. Alleen is het wel druk, veel mensen lopen in
en uit. En zo komen we toch makkelijk binnen! 1-1! Het voelt als een kwajongensstreek maar de douche is daarom des te lekkerder! Helemaal fris lopen we samen de camping weer af. Geen hond die
het merkt. We vinden een plekje vlakbij de camping. Op een heuvel in een rustige woonwijk met uitzicht over de zee. Het is allemaal nog wel wat onwennig. Wat later op de avond komt er een groepje
jongeren aan. Ze hangen een tijdje rond op de parkeerstrook. Er komen nog wat auto's bij en daarna verstommen de geluiden. We vallen in slaap. De volgende morgen blijkt dat ze op het strand hebben
geslapen. Oh, we zijn dus niet de enige! Het is een mooi plekje. 's Morgens een wandeling over het strand en daarna nog wat stranden verkennen. Incl. "Palm Beach", het meest noordelijke strand van de
Sydney beaches. We verblijven er de middag en slapen 's avonds weer op dezelfde plek als de eerste nacht. Na uiteraard eerst te hebben gedouched op de camping! Daar was vandaag overigens wel een
plaatsje voor één nacht vrij, maar dit kostte 65 dollar (55 euro ongeveer), zonder elektriciteit. Nou, laat maar! Dan slapen we zonder elektriciteit liever pal aan het strand! Op woensdag de eerste
rijdag, met als doel Port Macquarie of Coffs Harbour, dit ligt halverwege op de route naar Byron Bay (surfersmekka en backpackersspot) waar we uiteindelijk heen willen. Het valt al snel tegen want
het is bijna 400 kilometer en erg warm. Wel zien we voor de eerste keer een kangoeroe! Tot groot verdriet van Maartje lag hij alleen wel dood naast de rijbaan. Enkele dagen geleden aangereden.
Gelukkig zien we er later nog een paar, dit keer wel in leven. Via een touristische route leggen we de laatste kilometers af en belanden in een klein dorpje vlak voor Port Macquarie.
Met de nodige tussenstops is het al einde van de middag als we daar aankomen. We zien een leuke rustige parkeerplaats pal aan de zee. Yeah die houden we even in het achterhoofd! Toch nog even
doorrijden naar het stadje, kijken of we daar nog iets kunnen vinden. We komen uit bij een camping, waar we willen informeren wat de kosten zijn. Receptie om 6u 's avonds gesloten. Dat was het net
geweest. Dan maar weer douchen daar. Wat bij mij snel lukt maar bij Maartje niet. Uiteindelijk weten we toch allebei binnen te sneaken. We gaan terug naar de parkeerplaats voor de nacht. De volgende
dag verkennen we het stadje en boeken we een nachtje op de camping. Even rust en de camper aan de stroom. Tegen middernacht worden we wakker van....jawel een koala vlakbij in een eucalyptus boom.
Cool! Port Macquirie is een van de weinige regio's waar nog veel koalas in het wild leven. Maartje ziet er de volgende dag nog drie! Na 1 nachtje camping vinden we het wel weer best en slapen
we nog 1 nachtje op de parkeerplaats in Lake Kathie, waar we eerder stonden. Op aanraden van wat Ozzies die een praatje met ons komen maken trekken we de volgende dag door naar Crescend Head.
Slechts 60 kilometer verder. Het is een kleine plaats met een beroemde surfbreak. Helaas is er niet veel swell en werkt de break niet. Wel kan er gesurft worden op de beachbreak, dus ik kan het water
in! We staan op een parkeerplaats aan de baai. De parkeerplaats is omgeven door een camping. Uiteraard volgeboekt. Geen probleem, want we vinden het wildkamperen wel cool! Op de parking staan
meerdere hippie-achtige campers. Met surfers en backpackers van het type dat niet op de camping staat, maar liever wild kampeert. Cool. Ook duiken er steeds meer Volkswagen T1 campertjes op, de ene
nog gaver dan de andere! In de meeste wc-gebouwtjes aan de stranden zijn ook douches. Wel enkel koud water maar dat hoeft in dit klimaat geen probleem te zijn! Veel mensen maken hier gebruik
van en wij doen dit vandaag ook. Want om nu elke dag een camping op te sneaken.... De volgende dag blijkt er een grote slang (2-3 meter) in een boomtop te zitten vlakbij de camping. Hij heeft een
dikke buik, dus pas gegeten. Gelukkig voor ons en alle kleine kindertjes op de camping. Hij trekt veel bekijks, maar ècht druk maakt men zich niet om het dier. En de slang vindt het ook best, veilig
om een paar takken gekruld en volop in de zon. Langs de camping loopt een riviertje, dat uitmondt in de zee. Afhankelijk van het getijde stroomt de rivier leeg of vol, in een snel of langzaam
tempo. Kinderen vermaken zich kostelijk in de rivier. Ze laten zich op bodyboards meesleuren door het water. Ook de papa's, mama's, opa's en oma's laten zich meevoeren door de rivier. Wij gaan zelf,
zonder bodyboard, ook nog even deze natuurlijke wildwaterbaan af erg leuk. De "surf lifesavingclub" (zijn er overal en doen heel nuttig werk, vaak vrijwillig) verkoopt sandwiches met vlees van de bbq
om de clubkas te spekken. We genieten van een lekkere bbq lunch. Ook verkopen ze lootjes. Het blijkt voor een " duckrace" te zijn: een paarhonderd gele en genummerde badeendjes worden in de rivier
losgelaten. Degene die het eerst downstream is, is uiteraard de winnaar. We krijgen het tafereel pas laat in de gaten, maar kunnen nog net de climax zien. Haha. 's Avonds hebben we een skype-afspraak
met mijn ouders, dus we rijden op tijd door naar onze volgende bestemming: South West Rocks. Een grotere plaats dan Crescend Head, met hopelijk een goede internetverbinding. Dit wordt
uiteindelijk een drama. Na een tijd zoeken vinden we een hotel/café/restaurant waar we tegen betaling gebruik mogen maken van hun wifi! Blijkt de wifi niet te werken...aargghh... Ja, we hebben
toch nog iets om ons druk over te maken deze reis: Wi-Fi! Ik kan er een heel verhaal over schrijven. We vinden hier dus nergens verbindingen en het komt er op neer dat we ervoor bij de McDonalds
moeten zijn. Die hebben gratis wi-fi! Maarja, elke dag een uurtje bij de Mc zitten is nu ook niet echt ons plan. Bovendien is het eten niet bepaald gezond. Wel goedkoop, véle malen goedkoper dan uit
eten gaan. En daardoor erg populair. Plus gratis wi-fi...zucht. Om mensen zoals wij helemaal over de streep te krijgen hebben ze hier ook de McCafé. Een aparte balie waar je allerlei soorten
koffie, thee en chocomel kunt krijgen. De koffie is prima te drinken, moet ik eerlijk bekennen. Zo zijn we tegen beter weten in toch regelmatig klant bij de MC. En kunnen we via de redelijke
verbinding toch nog met het thuisfront in contact blijven. Het blijft behelpen maar de marketing van McDonalds heeft het voor elkaar om ook aan ons regelmatig wat dollars te verdienen! In
Southwestrocks vinden we het verder niet zo bijzonder. Het stormt bijna aan zee (het lijkt wel een zuidwesterstorm) dus we willen wat beschut staan voor de nacht. We vinden een beschut plekje waar de
wind weg valt en het wordt een benauwde nacht. De volgende dag naar Coffs Harbour. Ondanks de mindere recensie in de Lonely Planet willen we er toch even heen. We krijgen startproblemen nadat we het
dimlicht aan hebben laten staan tijdens een pitstop bij de -ja daar is ie weer- McDonalds. Kurt is van veel gemakken voorzien, maar niet van een waarschuwingssignaal als je je lichten aan laat staan.
Gelukkig gebeurt het hier en niet in de outback! Hier komt de éne na de andere auto langs en er zal er vast wel één zijn met startkabels. Dit valt vies tegen. Uiteindelijk komt de hulp uit een
overwachte hoek. Van een relaxede dude en zijn vriendin, voor het eerst op vakantie in de door hen zelf opgeknapte Volkswagen T1 camper. Babyblauw en op een verhoogd onderstel met flinke banden. Heel
cool! Hij helpt ons aan de praat en wij zijn ze eeuwig dankbaar! Zo komen we toch nog aan in Coffs Harbour. We rijden langs Park Beach en er wordt gesurft (eind van de middag). Na enige twijfel ga ik
er toch nog even in om een heerlijke sessie te surfen! De zee is kalmer, er staat geen wind een de golven rollen mooi binnen. Beter dan de heavy surf op Manly beach, voor mij dan. Kan ik eindelijk
een beetje wennen aan mijn nieuwe board! En dat lukt aardig! Daarna doen we de camping-douche truc weer en draaien daar gelijk een wasje. We slapen op de parkeerplaats net buiten de camping.
Waar als we terugkomen van het douchen nog een hippiecamper nieuwe stijl staat. Een leuk zicht twee dezelfde campertjes naast elkaar. De volgende morgen rijden we terug naar de surfplek.
De golven zijn minder, dus eerst maar een rondje wandelen. Over een heuvel. Daarachter moet nog een surfstrand liggen, dat gaan we even checken! Het is een stukje lopen eer we het andere strand zien.
Om beter zicht te hebben lopen we van het pad af naar de rand van kleine clif en ik laat de omgeving op me inwerken. Hey, wat is dat daar in de struiken? De zoveelste hagedis? Nee, het heeft een
grotere kop! En daarachter een dik gekronkeld lichaam.... Ow...slang nummer 2! Alleen nu vlakbij op iets meer dan 1 meter bij mijn voeten (we zijn op onze slippers) vandaan. Een seconde
gebeurt er niks. Zowel de slang als ik nemen de situatie in ons op. We besluiten allebei elkaar met rust te laten. De slang had mij natuurlijk nooit aangekund en wij hadden net al gegeten dus geen
honger meer! Haha. Nee, ik hou Maartje tegen en loop daarna rustig achteruit. De slang keert om en verdwijnt in de bosjes. Het was weer een flinke jongen, gezien de dikte van zijn kop en lichaam. Een
goed begin van de dag! Op de terugweg vliegen er 5 zwarte papagaaien over. Ze zijn heel groot, met een spanwijdte van wel 1,5 meter! Even later kunnen we ze tot op 5-8 meter naderen. Wow! En het is
nog niet gedaan met de dierendag! Na de wandeling besluiten we met de camper bij dat strand te gaan kijken (Diggers Beach). Op het padje naar het strand staan twee mannen de bosjes in te staren. Het
blijkt een varaan te zijn van wel 1,5 meter! Later de dag zien we hem weer en kunnen we hem filmen. Hij wordt ook nog eens aangevallen door eksters en een brush-turkey (soort kalkoen) hoewel het hem
niet veel doet met zijn dikke huid. Het staat op film! Om het dierenplezier compleet te maken zien we die dag ook nog twee walibi's (kleinere kangoeroe's), aan de overkant van onze
camperparkeerplaats in de bosjes. En dat allemaal op één dag en in één en dezelfde vierkante kilometer!!! Naast het surfstrand en alle natuur om ons heen is het een super plek om te kunnen
overnachten! Achter het strand en groot veld met bbq's, picknickplaatsen en voldoende parkeergelegenheid. Er is stromend water en zelfs electriciteit! We mogen de stroomkabel lenen van 2 Duitse
jongens die hier ook bivakkeren. De onze past niet maar die van hun wel. Nu hebben we helemaal geen camping meer nodig! Wat een leven! De heren zijn al maanden in Australië, ze reizen en werken af en
toe. Nu hebben ze een baantje op de kermis die hier voor 6 weken is. 's Nachts slapen ze hier. De een in een Nissan 4x4 en de ander in een tentje. Niemand die er wat van zegt! Geniaal! ! Jullie
begrijpen vast wel dat we ons hier vermaken en hier daarom al 3 nachten hebben geslapen! We zitten super en de bewoonde wereld (incl. Mc Donalds en supermarkt) ligt op 5 minuten rijden hiervandaan.
Het plan is om vandaag (vrijdag de 13e) weer door te rijden. We hebben al afscheid genomen van de Duitse jongens, die moesten gaan werken. Of dit plan ook uitgevoerd gaat worden? We weten het nog
niet en dat lezen jullie wel in ons volgende verhaal! No worries! Jan
'Hi mates'. Ja wij zijn er: Down Under!!!! We zitten op Manly Beach waar we 10 dagen zullen verbliiven. De eerste indrukken zijn super. Ons appartement ligt op 2 minuten van het strand. In het
appartement zit een klein keukentje met waterkoker, toaster en magnetron. We kunnen na al die tijd dus eindelijk een soort van eigen avondmaaltje maken, al is het in de magnetron. We maken hier dan
ook graag gebruik van want na drie maanden uit eten te zijn geweest is het heerlijk je eigen eten te bereiden. De eerste avond eten we pumpkin soep met salade en toast en het smaakt heerlijk. Op
Manly zit ook een bakker die elke dag vers bruin brood maakt. Na maandenlang klef en alleen maar wit fabrieks-namaakbrood eten is dit een verademing. We hebben pindakaas en chocoladepasta, ja ook dat
hebben we gemist, dus 's ochtends genieten we daarvan. We, vooral ik, hebben het koud. Het is hier 23 graden en de zon schijnt volop maar na de vaak bijna 40 graden in Azië voelt dit erg koud
aan. Wat wel fijn is is dat de luchtvochtigheid weer normaal is. Dus je zweet je bij iedere kleine inspanning niet meer het apezuur. Manly Beach is vanuit Sydney te bereiken per bus of boot. Wij
nemen de boot omdat het een mooie tocht is en sneller dan de bus. Als je vanuit Manly naar het centrum vaart zie je voor je uit Sydney opdoemen vanachter de heuvels, met haar hoge gebouwen, de
Harbour Bridge en het beroemde Opera House. Een indrukwekkend en mooi zicht. We arriveren in Manly enkele dagen voor kerst. In de winkelstraat staat een grote kerstboom en overal hangen
versieringen op. Toch hebben we geen kerstgevoel. We hebben allebei al niet zo heel veel met kerst dus we zijn er niet rauwig om het aan de andere kant van de wereld met hoogzomer te 'vieren'. Maar
het is toch wel vreemd om op eerste kerstdag op het strand te liggen. Om ons heen liggen Australiërs en toeristen met kerstmutsjes op het strand. Een aantal Australische meisjes die naast ons liggen
zingen kerstliedjes op het strand. 's Avonds in een zomerjurk en Jan in t-shirt uit eten, speciaal voor kerst ;). Voor we het weten zijn de kerstdagen om en is het oudejaarsdag. De week is
voorbij gevlogen, time flies when you're having fun. En dat hebben we zeker de eerste indrukken waren goed maar het is zo gebleven er heerst een supersfeertje hier op Manly. We gaan oud en
nieuw vieren in het centrum van Sydney waar we vanuit een park het vuurwerk op de Harbour Bridge gaan bekijken. We vertrekken vroeg om 11 uur 's ochtends maken we ons op om naar het centrum te varen.
Best lekker op tijd denken we. Het is even lopen naar het park en daar aangekomen sluiten we aan in de rij. Al wachtend proberen we de ingang naar het park te spotten maar deze zien we niet. Wel zien
we een ellenlange rij voor ons van duizenden mensen. We zullen meer dan drie uur moeten wachten tot we de ingang hebben bereikt. Ergens anders heen gaan en hopen op een kortere rij is geen optie. Er
komen vandaag 1 miljoen mensen naar het centrum om het vuurwerk te bekijken. Dus rijen zijn er overal. Ach, we moeten toch tot 12 uur vanavond wachten, de mensen zijn vrolijk en het zonnetje schijnt.
Eenmaal binnen zijn de echt goede plaatsen natuurlijk al bezet. Wil je die bemachtigen moet je om zes uur 's ochtends in de dan al vormende rij gaan staan. We vinden een plaatsje met redelijk
uitzicht op de brug. Handdoekjes uit, zonnebrand op, boekje, biertje en wijntje erbij zo houden we het wel vol tot 12 uur. Om negen uur 's avonds is er een klein vuurwerk voor de kinderen als
dit afgelopen is gaan de meeste gezinnen naar huis. We gaan op zoek naar een beter plekje maar dat vinden we natuurlijk niet. Dus halen we alvast maar een fles champagne en strijken hiermee neer
tussen de gezellig en drukke feestende menigte. De laatste tien seconden van 2011 zijn begonnen en samen met een miljoen mensen tellen we die af naar twaalf uur. Geweldig hoe dat door de grote stad
heen gonst. Ja 2012 is begonnen. "A time to dream" dat is het thema hier in Sydney. Een mooi thema. Wij hebben onze droom in 2011 waar mogen maken en in 2012 zetten we hem nog even voort. Dus
heb je een droom, al is deze nog zo klein, probeer hem waar te maken en laat hem uitkomen. Dat is wat wij iedereen toewensen voor 2012. Een gelukkig nieuwjaar!!! X Maartje
De dag na het "afscheidsconcert" zitten we alweer in Kuala Lumpur, de hoofdstad van Maleisië. In een hostel vlakbij een mega-shoppingmall. En die mall heeft alles: 10 verdiepingen met kledingzaken,
foodcourts, en entertainment. Een bowlingbaan met 48 banen naast elkaar (tot 03.00u 's nachts open in het weekend), een bioscoop m et 9 zalen een een heus indoor pretpark! Met een reuzenrad en zelfs
een achtbaan van 800 meter lang, compleet met loopings en al! Van buiten af kun je de achtbaan zien lopen. Bovenin het gebouw, vlak langs de ramen. Zo, we zijn in de grote stad! De eerste
dag lopen we nog wat onwennig rond. We zoeken onbewust wat open plaatsen op, parken. Nog op zoek naar het onbewoond-eilandgevoel denk ik. Uiteraard lukt dat hier niet. We bezoeken de Petronas-towers
(bekendste landmark van Kuala Lumpur). In het daarbij gelegen park lopen we wat rond. Er zijn een paar zwemvijvers voor kids. Meer dan 100 kids spetteren en rennen opgewonden rond in het
ondiepe water. Zo blij als wat, zoals kinderen dat kunnen zijn met een plas water. Half in de middag gaat het regenen. We besluiten naar huis te gaan. Als we skypen met Hetty (de moeder van
Maartje), vertelt ze ons dat Maartje haar poes Rummie is overleden. Ze is bijna 16 jaar geworden. Spijtig nieuws, het was een geweldig beestje en echt Maartje haar lieveling. We willen een keertje
naar de film, maar door het nieuws hebben we er even geen behoefte aan. We houden het rustig die avond. De volgende dag bezoeken we het Merdecaplein. Hier heeft Maleisië haar onafhankelijkheid
verklaard. Nu is van het plein een race-circuit gemaakt. Er worden drifts gedaan met opgevoerde Aziatische sportwagens. Nissan's, Honda's. We lopen verder door de stad. Bezoeken nog wat plaatsen en
markten. Lopen door een wat smutzich Chinatown en gaan weer richting hostel. Onderweg besluiten we nu wel naar de film te gaan. Dat is lang geleden! Het wordt Alvin & the chipmunks 3. Hoewel
niet echt mijn type film, was hij wel grappig. Tijdens een cruise belanden de Chipmunks op een onbewoond tropisch eiland... Haha, altijd leuk! Het bijzondere aan het bioscoopbezoek is
niet zozeer de film, maar het feit dat we even helemaal zijn afgesloten van de buitenwereld. Het zou net zo goed de Metropolis in Antwerpen kunnen zijn, waar we nu zitten. Het is ook de enige plek
waar we dit gevoel hebben. Pas als we na de film naar buiten lopen, komt het besef terug dat we in Azië zijn. We besluiten de dag met Sushi in een funky sushibar in het winkelcentrum bij
ons hostel. Zoo lekker! Morgen naar Malaka, onze derde en laatste stop in Maleisië. De rit duurt maar twee uur en dankzij de opmerkelijke rijstijl van onze buschauffeur zelfs nog korter! Dat hebben
we nog niet eerder meegemaakt, een rit die minder lang duurt dan ons is verteld! Maar goed, we komen veilig aan in Malaka. Een stad met een verleden. Het oude centrum heeft in 2008 de status als
Werelderfgoed gekregen. Met een aanzienlijk deel Dutch heritage. Te danken aan de handelsgeest van onze voorouders in de 17e eeuw. Malaka was een van de belangrijkste handelposten van de VOC in haar
hoogtijdagen. Met een beetje fantasie is die sfeer daar nog steeds te proeven. Het oude Chinatown heeft pakhuizen aan de rivier. Een deel hiervan is nog steeds als zodanig in gebruik. Ze worden
alleen niet meer bevoorraad via de rivier, maar door vrachtauto's die met moeite door de smalle straten manouvreren. Er worden nog oude ambachten verricht door Chinezen. Tengere, oudere mannen met
een getekend gezicht oefenen in hun garage/voorkamer hun vak uit. Sleutels maken, sieraden smeden, fietsen repareren. Handelen in Chinese waar: vuurwerk, specerijen, medicijnen. Wij logeren ook
in een pakhuis, zij het nu ingericht als hostel. De houten verdiepingsvloer is er nog. Gehorig, maar wel mooi. De wanden zijn ruw, zoveel mogelijk in originele staat gehouden. De vrouw van de
vriendelijke eigenaar bakt iedere dag een grote cake. Deze staat op tafel in de 'huiskamer'. Er wordt gretig gebruik van gemaakt. Erg lekker! Twee straatnamen zijn Hollands, de Heerenstreet en de
Jonkerstreet. In de eerstgenoemde woonden de rijkere leiden. In de Jonkerstreet die iets minder bedeelden. Aan de overkant van de rivier staat het Stadhuys, het oudste Nederlandse gebouw in heel
Azië. Gebouwd in 1670. Nu is er een historisch museum. Ernaast een kerk, ook van Hollandse makelij. Op de achtergelegen heuvel staat een oudere kerk. Deze is door de Portugezen gebouwd (zij hadden
Malaka in handen totdat 'wij' ze in 1641 verjaagden). De kerk is ook door de Hollanders gebruikt. Er zijn mensen begraven en hun grafzuilen staan nu opgesteld in de overblijfselen van de kerk. Een
aantal is nog goed te lezen, bijv: "HIER ONDER LEIJT BEGRAVEN REIJNIER D'DIEU. IN SIJN LEVEN OPPERCOOPMAN IN DIENST DER E COMPAGNIE. OVERLEDEN DEN 7 JULY 1655." We
vinden Malaka leuk. Het is er sfeervol, wat minder drukkend dan de grote stad. Als je van museums houdt kun je er wel 2 weken elke dag een ander museum bezoeken, zoveel zijn er. Hou je daar niet van,
is het er ook makkelijk een week uit te houden. Buiten het oude centrum dreigen moderne hotels van meer dan 10 etages aan de horizon. Een groot en modern winkelcentrum loopt paralel aan de oude
stadsmuur, dringt zich op. Ergens achteraan en bovenin is er weer een bioscoop. Vooruit, nog 1x naar de film (kaartje kost €2,25 dus ja). Op donderdag een busrit naar Singapore, waar we een
korte nacht slapen voordat we naar Australië vliegen op vrijdagmorgen. We slapen voor het eerst en de enige keer in een dorm (gedeelde slaapkamer met stapelbedden). We brengen de rest van de
middag en avond door met een bezoek aan een modern winkelcomplex is downtown Singapore, waar een hotel is met op het dak (100 meter hoog ofzo) een zwembad. Zo aangelegd dat je de rand niet kunt zien
en het lijkt of je zo naar beneden kunt vallen. We brengen een bezoek aan het naastgelegen uitkijkpunt. Zo kunnen we in één dagdeel toch een indruk krijgen van de stad. Het uitzicht is
prachtig. De laatste week Azië gaat snel voorbij. Malesië grijpt ons minder dan Thailand. Het is een stuk - echt een stuk - welvarender dan Thailand. Iedereen spreekt behoorlijk goed Engels,
het schrift is het onze dus we kunnen weer dingen lezen. Mensen willen niet meer van alles van je, laten je gewoon met rust. Afdingen hoeft niet meer, wat dan wel weer fijn is overigens. Kuala Lumpur
is behoorlijk westers, Singapore nog meer. De laatste nacht slapen we matig, maar we hebben zin in Australië. Voor Maartje een wens die uitkomt en ik vraag mezelf af of Australië nog hetzelfde
bij me teweeg zal brengen als het heeft gedaan tijdens mijn studiereis in 2003. We gaan als eerste naar Sydney, en blijven tot na de jaarwisseling op Manly beach. Tijdens onze studiereis verbleven we
daar ook. Toen was het super! Alleen nù hebben we drie maanden Azië achter de rug, en al heel wat gezien en meegemaakt. Geleefd als koningen gezien ons budget. Niet één keer zelf gekookt! We hebben
mooie plaatsen bezocht en verbleven aan fantastische stranden. We waren 3 maanden in een andere wereld. We lopen een beetje achter met onze verslaggeving, de kerst is al achter de rug. We
vertellen hier graag over in ons volgende verhaal! Alvast een fijne jaarwisseling voor alle trouwe lezers!!! En het beste voor 2012! We gaan jullie voor en zullen als eerste een toost uitbrengen!
Wordt vervolgd! Alvast een happy newyear! Jan
Joehoe allemaal!!!!! Hier zijn we weer terug in......??......?...........waarschijnlijk kunnen jullie het wel raden: KOH LANTA!!!! Na een kleine week Maleisië zijn we terug in Thailand bij Veep. Dit
heeft een aantal redenen waarvan de belangrijkste is: dat we het hier nog lang niet beu zijn en het gewoon onzettend naar ons zin hebben. Ook is het (helaas) momenteel niet de beste tijd om door
Maleisie te reizen. Het is daar regenseizoen wat veel regen betekent en een hoge onaangename luchtsvochtigheidsgraad. Door de vele regen is de oostkust van Maleisië en Maleisisch Borneo,
waar wij heel graag heen wilden, bijna niet te bereizen. De westkust van Maleisie trekt ons niet dus hebben we na niet al te lang aarzelen, na een kleine week op het eiland Langkawi te hebben
gezeten, besloten om Thailand terug in te gaan. Een kleine impressie van Langkawi: een stuk drukker, er zijn veel meer toeristen. Wat ook grappig is we kunnen hier weer begrijpend lezen, geen
onbegrijpelijke Thaise tekens meer. Maleisië is rijker. Dit zien we gelijk terug aan de prijzen van de hostels, duurder en ook aan de wat meer "westerse" atracties en activiteiten die er zijn. We
komen zelfs een kartbaan tegen. We hebben een paar leuke dagen gehad met o.a. een wandeltocht (klim) naar een waterval, een toer in een kabelbaan naar een viewpoint op 700 meter hoogte met
mooie vergezichten over de zee. Ondertussen maakt het eiland zich op voor de Lima-airshow, die op de dag van ons vertrek zal beginnen en 6 dagen zal duren. Terwijl wij er zijn wordt er al druk
gerepeteerd. Vooral door straaljagers die allerlei acrobatische toeren oefenen. Loopings, kurkentrekkers, enz. Met een enorm kabaal vliegen ze langs. Vlakbij, meerdere malen per dag. Na een
aantal dagen hebben we het eiland gezien en gaan weer terug de grens over naar Thailand. We gaan niet direct naar Koh Lanta maar willen eerst nog een heel klein eilandje aandoen. Dit hebben we tot nu
toe nog niet gedaan. We hebben enkel op de grotere iets meer toeristische eilanden gezeten. Dus nu we terugkeren willen we deze kans niet aan ons voorbij laten gaan. Dit wordt één van de
hoogtepunten van onze reis tot nu toe! Vanuit Langkawi belanden we na een hele lange reis eerst in een niemandsdorp aan de kust van het vaste land. Wat een vreselijk oord is dit. Maar we zijn
gedoemd hier een nacht te blijven aangezien de boot naar het eilandje waar wij heen willen enkel 's ochtends gaat. We belanden in een vreselijk hostel. De kamer is vies, oud, klein, ongezellig en
veel te duur maar er is niks anders te vinden. Als de zon onder gaat is er in het dorpje niks te beleven. We gaan op zoek naar een restaurantje. Als we over straat lopen zien we hoe vuil en verlaten
deze zijn. Overal ligt afval en er is veel leegstand van krotjes van huizen en restaurants. We vinden toch een restaurant dat open is en besluiten na het eten maar vroeg naar bed te gaan. De volgende
ochtend is er nergens een ontbijt te krijgen dus halen we ietwat uitgedroogde donuts en een vers yoghurtje in de plaatselijke supermarkt. Waar overigens ook veel spullen te verkrijgen zijn die over
de houdbaarheidsdatum zijn. Het is zo'n 30 minuten lopen naar de pier van waaruit de boot gaat. Als we daar aankomen belanden we gelijk al in een andere wereld. Het leeft hier! We kopen een
ticket voor de boot en moeten nog 2 uur wachten eer deze vertrekt. We lopen wat rond door het vissersdorpje wat aan de pier ligt en genieten van het uitzicht. We maken ons klaar voor vertrek.
Wat blijkt, we zijn samen met de bevoorrading eten en drinken voor het eiland en één ander Thais stelletje de enige toeristen die op deze boot naar het eiland Koh Ngai gaan. Dat
belooft wat. De boot kan niet helemaal tot aan het eiland komen, er is geen pier en het water aan de kust is te ondiep, dus we stoppen midden op zee. Waar we wiebelig met al onze bagage
over moeten stappen op een longtailboot die ons het laatste stukje verder brengt. Dit past wel helemaal bij het 'onbewoond' eiland gevoel. Aangekomen zijn we op een klein paradijsje beland. Op
het hele eiland zijn maar 10 resorts, er is geen supermarkt, zijn geen wegen, auto's of brommers, heel weinig toeristen. Er heerst zoveel rust. We zitten aan een klein strookje parelwit strand, de
zee is azuurblauw en achter ons huisje ligt de jungle. De gehele dag vliegen er ontzettend mooie Hornbills (een soort Toekan) af en aan langs ons heen. In de loop van de dag komt er altijd een
heerlijk ruikend zeewindje opzetten waar we lekker loom van worden. We laten de dag voorbij gaan, 's avonds eten we aan zee en gaan dan op onze veranda zitten met de geluiden van de natuur en golven
op de zee om ons heen. We komen in gelijk in een ander ritme, wakker worden als de zon opkomt en slapen als de zon ondergaat. We zien een ontzettend mooie zonsopgang, deze is om zes uur 's
ochtends, want we zitten aan de oostkust van het eiland. Maken een wandeling naar de westkust van het eiland om een strandje te bezoeken. Het pad naar deze kant van het eiland gaat door de jungle.
Heeft wat obstakels en is niet zo goed begaanbaar. Maar als beloning voor deze 'zwaardere' tocht komen we uit op een verlaten strandje waar we een paar uur met zijn tweetjes doorbrengen. Nu is het
onbewoond eiland gevoel er echt helemaal!!! Ik ben ontzettend blij dat we nog naar een klein eilandje zijn gegaan want dit heeft ons eilandhoppen compleet gemaakt. Echt een geweldige ervaring. Na
drie dagen gaan we weer door terug naar Koh Lanta. En met op donderdagavond als afluiting van ons Thaise avontuur het Job 2 do concert. Waar Jan nu een stukje over zal schrijven. Op de dag van het
concert doen we niet zoveel. Het is ook bewolkt. 's Middags regent het een tijd. Ojee, als dit vanavond maar niet zo doorgaat........ Terwijl we op onze veranda wat aan het lezen zijn zien we
opvallende reggaefiguren langskomen. Wat blijkt: de bands en crew van het concert van vanavond zitten in een resort vlakbij het onze! Cool! Ze doen vandaag zo'n beetje wat wij ook doen. En dat is
dus: niet zoveel. Rondlummelen en chillen aan de bar aan het strand. Ook bij Veep in de Nonamebar. Hoe cool! Het blijken vooral de jongens van de andere band die zal optreden, Rasta Monkey, te zijn.
Job himself zien we bij het avondeten langslopen. Ik herken hem gelijk. Veep groet hem met een respectvolle "wai". Na een afscheidscocktail een Pina Colada in de Noname bar (ja het helaas nu
hier ook écht onze laatste avond) is het tijd om naar het concert te gaan. Helaas is het weer niet verbeterd en dat zou het de rest van de avond ook niet veranderen. De hele avond regent het door.
Soms is het 10 minuutjes droog, daarna begint het weer. Bwah......het lijkt wel net als thuis. Waar regen de doodsteek kan zijn voor je festival (en als organisator je grootste vijand). Eenmaal op
het terrein ziet het er een beetje troosteloos uit. Het hoort gewoon niet te regenen op zo'n avond! We zijn er vroeg rond een uur of acht. Het terrein is nog bijna helemaal leeg. Het podium is
niet goed overdekt waardoor het nat regent. Het is voor de helft bedekt met palmtakken. Nu kan een bladerdak zeer efficient tegen regen zijn, maar dit was niet de opzet geweest. Het was meer een dak
voor de sier. Regen was niet waar men op gerekend had. Het podium regent gedeeltelijk nat en het programma loopt hierdoor al snel vertraging op. Het eerste optreden is een lokale
aangelegendheid met traditionele Thaise gypsy muziek. Leuk om te zien, maar wel echt een opvuller. Daarna een fireshow. Ook leuk, maar met onze 6 weken Thailand hadden we inmiddels betere shows
gezien. De show wordt uitgerekt, omdat het nog steeds regent. Pas tegen tienen begint het optreden van Rasta Monkey. De band blijkt een verrassing. Een energieke band met een vette drive! De
frontman met een stem die super past bij de reggae. Veel covers (Bob Marley), maar met volle overgave gespeeld. En daardoor krijgen ze ons en de rest van het overwegend uit toeristen bestaande
publiek goed los! Een top optreden, wat eindigt met een ska-versie van "pinokkio". Whaha.... Hilarisch. Na het optreden weer vuurshows om het publiek bezig te houden terwijl op het podium van
band gewisseld wordt. Pas na half twaalf is het tijd voor de hoofdact: Job 2 Do! Echt wel gaaf, maar toch valt het een beetje tegen. Het klinkt teveel routine, te netjes, te beschaafd. Het mist wat
van het jonge enthousiasme van de band ervoor. Ze zingen ook veel Thais. Dit wisten we van tevoren, maar door de "inkoppertjes" van Bob Marley door Rasta Monkey, komt het niet zo aan. De eerste set
houdt vrij plotseling op en een dj met supervet rastakapsel neemt het over. Hij draait uptempo popmuziek. Allemaal bekende, westerse nummers met een beat (Lady Gaga, Rihanna, enz.) Hiermee houdt
hij de toeristen goed aan het dansen. Alleen had ik niet helemaal op deze muziek gerekend op een reggaefeest en door een dj met zo'n uiterlijk. Na een uur twijfelen we of Job 2 Do
nog wel terug komt. We besluiten een taxi te nemen en naar huis te gaan, morgen vliegen we al vroeg door naar Kuala Lumpur. Als we naar huis rijden is Veep ook op de terugweg. Hij had zijn
neefje een jochie van een jaar of 15 meegenomen naar het concert. Net als wij hadden ze erg naar deze avond uitgekeken. Het neefje had teveel gedronken en was ziek geworden. Hij danste eerder die
avond als een gek in het rond, maar kon nu niet meer op zijn benen staan en moest overgeven. Veep had zich over hem ontfermd en hem achter op zijn 'motobike' weten te krijgen. Langzaam rijden ze naar
huis. We halen ze vlak voor de afslag naar het zandpad richting de Noname-bar in. De tuktuk-driver laat ons er hier uit. Aangezien we flink onderhandeld hebben over de prijs vindt de driver het
waarschijnlijk wel mooi geweest. Veep bemoeit zich er nog mee omdat hij het geen stijl vindt. Zelfs met zijn zieke neefje achterop, bekommert hij zich nog om ons. Zo is hij; gastvrij en zorgzaam.
Maar wij vinden het prima de laatste 100 meter zelf over het hobbelige modderige pad te lopen. Het was niet de juiste avond voor een legendarisch optreden. Het kon ook bijna niet gezien de lange tijd
dat ik er al mee bezig was. Maar, we hebben ze wel gezien! En twee cd's mee naar huis met fantastische reggae van Job 2 Do, want dat is het wel!!! Onze laatste week in Azië is aangebroken en we gaan
terug Maleisië in. We willen daar nog wat plaatsen bekijken voor we onze oversteek naar Australië maken. We kijken terug op een supermooie tijd in Thailand. Ze zeggen over Thailand weleens dat
het het land van de glimlach is. Wij vinden dat niet helemaal waar. Laos en Cambodja lopen een stuk voorop in de race wat de lach betreft. Je merkt ook goed dat Thailand al meer 'bedorven' is door
het vele toerisme. Het gaat er hierdoor veel zakelijker aan toe. Waar de mensen in Laos en Cambodja echt geïnteresseerd in ons waren kwam het in Thailand toch wat vaker voor dat men iets van je
wilde, vooral geld. Als bleek dat er niets te halen viel dan zwaaiden ze je meestal ook gelijk gedag. Alhoewel, Veep heeft wat dat betreft voor héél Thailand een inhaalslag gemaakt. Al met al
hebben we in Thailand hebben een supertijd beleefd. Want ondanks het vele toerisme is het een prachtig land. We hebben er niet voor niks zes weken doorgebracht. Mocht je nog op zoek zijn naar een
mooie vakantie is het een aanrader. Het land heeft alles te bieden: mooie steden, veel cultuur, natuur en zon, zee en strand. Wij hadden gedacht het eilandenleven misschien na een paar weken toch
echt wel zat te zijn. Maar niks in minder waar. We zijn er voor gemaakt!! Toch maar goed dat we thuis ook op een eiland wonen, anders zouden we hier nóóit meer weggaan ;):)!!!!! X Maartje